’t Nieuwe Rierink vertelt…

(Door de ogen van de boerderij)

De afgelopen eeuwen vloeide het water van ‘de Bolksbeek’ en ‘de Schipbeek’, overvloedig over mijn gronden. Dijken braken door en diverse Stokkumers vonden de dood door verdrinking. Daarom heet het hier “Het Bróók”. Slechts een enkeling durfde zich hier, aan de Kooidijk, te vestigen. Dat was de enige fatsoenlijke weg, die leidde naar de eendenkooi, die hier wel kon overleven. 

Stokkumerbroek rond 1700

Stokkumerbroek rond 1700

Mijn eerste stenen werden in 1860 door Jan Hendrik Nijmeyer en Arendina Hesselink gelegd. Vele vrienden en familie hielpen hen, net als hun negenjarige zoon Willem. Toen mijn gebint en mijn eerste muren stonden, kwam de familie Nijmeyer met paard en wagen naar hun nieuwe stulpje. 

De jonge Willem overleed op 26-jarige leeftijd, 3 jaar na het overlijden van zijn vader. Kinderloos verhuisde zijn weduwe naar Rijssen en droeg Arendina de boerderij over aan haar broer Jan Harmen om de opvolger op mijn terrein te zijn. 

De eerste van een rij nazaten van de familie Hesselink breidde mijn gronden uit met percelen van het aloude ”Erve Rierink” en mijn omvang werd ruim 8 hectare. Het paard in mijn stal heeft daardoor zijn noeste arbeid verricht op mijn gronden omsloten door prachtige natuurgebieden en meerdere heuvels, zoals de ‘Herikerberg’ en de ‘Kattenberg’. 

Barre tijden teisterden mij in het begin van de vorige eeuw, de crisis van de jaren twintig was uitgebroken en in de omringende landen was het oorlog. Mijn mensen kregen het steeds zwaarder. Het enige lichtpunt was de aanleg van het Twente kanaal, wat tot mijn vreugde zorgde voor een einde aan het overstromen van mijn gronden.

Zicht op ’t Nieuwe Rierink vanaf de weide

In de decennia hierna ging de bewoning op mijn ‘deel’ van koeien via varkens naar schapen, het paard was door de opkomst van de mechanisatie uit beeld verdwenen en slechte jaren zorgde ervoor dat de afgelegen gronden werden verkocht. Slechts een kleine twee hectare bleef over…en de ‘deel’ was leeg. 

Niemand in de familie nam de boerderij over van de laatste Hesselink, zodat twee Westerlingen zich hier in 2015 konden vestigen. 

Veel vertrouwen had ik er eerst niet in, maar zij waren het die weer paarden, honden en katten meenamen, zodat er weer meer dan alleen menselijk leven was. Jaar naar jaar werkten zij aan mijn uiterlijk waarbij ze niet vergaten respect te tonen voor mijn historie en de omringende natuur. 

Japie van 't Nieuwe Rierink

Bijna alle coniferen zijn vertrokken, zieke bomen zijn gerooid en streekeigen aanplant is in de grond gezet. Mijn grond wordt steeds verder gezuiverd van het afval dat zich daar had verschanst en het getrappel van de paardenhoeven zorgt voor het geluid van leven op t erf. Het kraaien van de haan maakt het helemaal compleet, ik voel me weer boerderij.

Japie van ’t Nieuwe Rierink

In plaats van vee, bewonen gasten nu mijn ‘deel’. De geuren van versgemalen koffie en versgebakken brood omfloersen mijn gebint en overheersen die van de streekproducten, die op de ontbijttafel geserveerd worden. De gasten hebben de luxe van veel ruimte binnen en buiten, zeker door de mooie natuur waar ze te voet, te paard of op de fiets van kunnen genieten.

Wees welkom onder mijn dak en ervaar de rust van ‘Stokkumerbroek’.